Ons huis met bloeiende voortuin

Een foto vraagt erom symbool te staan tussen binnen- en buitenwereld van het gezin: die van een voordeur. Ons huis met bloeiende voortuin, luidt het onderschrift bij deze opname, gemaakt op een mooie meidag in 1974, aan de Molensingel 113 in Schiedam. We zien rozenstruiken boven een witte borderbloem: het vriendelijke decor voor een doorzonwoning met schoongelapte ramen. De open vitrage vertelt dat hier niets te verbergen valt en het kierende raampje naast de voordeur bevestigt dat op dit adres alles fris is tot op het toilet aan toe. Dit ideaalbeeld van het gewone, goede bestaan in de Hollandse welvaartsmaatschappij, is er een uit een reeks: een omvangrijk privéarchief dat door de kunstenaar Peter Hellemons (1957) onder de titel Particulier Domein (1999) van het zolderstof werd gered. Hellemons vond na het overlijden van zijn schoonvader Leo Polhuis een verzameling van bijna 2500 dia’s uit de periode van 1959 tot 1989. Vanaf de geboorte van Polhuis’ eerste kind Hanneke (Hellemons echtgenote), totdat hij er door zijn ziekte van af zag, fotografeerde Polhuis het leven van zijn gezin. Vader, moeder, de kinderen Hanneke en Harm plus hun hond figureren in het leven van alledag, met zijn uitstapjes en verjaarsvisites, het maken van muziek bij de piano en huiswerk aan het bureau. Hellemons vond dat hij een schat had ontdekt. De 17 metalen dozen van 6 x 6 van dia’s keurig genummerd en geordend naar jaar met ringbanden vol uitgetikte beschrijvingen, omvatten niet zomaar de erfenis van een amateur, maar een systematisch bijgehouden levenswerk. In elke foto gaan de onschuld en spontaniteit van het snapshot samen met een gecontroleerde weergave. “Polhuis fotografeerde haast als een antropoloog”, schrijft Martin Parr in 2004 in een eerste publicatie over het archief. Maar eerder dan een willekeurig gezin verrijst hier het modelgezin uit de jaren zestig en zeventig. En voor Hellemons vertegenwoordigen de foto’s bovendien het leven van Hanneke als kind; het meisje in zijn vrouw. Hij onderzocht het archief, selecteerde beelden en bijschriften en vormde ze om tot een intiem album voor aan de wand: een fotoverhaal dat eer bewijst aan het verleden van zijn echtgenote en aan het Hollandse leven met zijn betrouwbare perspectief van maakbaarheid door de seizoenen heen. Of het nu gaat om de bloeiende voortuin, de tienerkamer van Hanneke behangen met visnetten en oranje beddensprei of de “kinderspelen” op Koninginnedag: in Particulier Domein past het hele leven binnen het ordenende kader van 6 x 6 centimeter. Zelfs een foto als “Harm springt ver aan het strand” ontkomt ondanks de blauwe hemel niet aan dit stramien.

Particulier Domein toont het leven overzichtelijker dan het is: uitgebalanceerd in compositie en kleur. Door de beelden heen sijpelt het toekomstvertrouwen dat de jaren na de wederopbouw tekent, met de opkomst van de eengezinswoning, nieuwbouwwijk en verzorgingsstaat. 'Hellemons' keuze' uit het archief omvat een sociale en persoonlijke geschiedenis, die wordt afgesloten door twee recente portretten die hij maakte van Hanneke en Harm, 'terug- en vooruit blikkend' op hun leven.

Terwijl Hellemons in Particulier Domein slechts op afstand aanwezig is, brengt hij in zijn latere werk het eigen gezin naar voren. Toch is ook deze foto – installatie getiteld De Reis, een toe-eigening van het verleden. Gebaseerd op een reisboek van Leo Polhuis. Peter, zijn vrouw Hanneke en Flora hun dochter maken in 1998 een reis door Italië.  Het is de gedroomde reis van 'Hellemons' schoonouders': een door Polhuis beschreven vakantie, inclusief de berekening van benzinekosten, maaltijden, aantallen batterijen voor de zaklantaren en onverwachte uitzichten – secuur gearchiveerde voorpret op papier.

“Deze reis heeft als hoofddoel Rome (7 dagen) en Florence (3 dagen). Als dagtochten worden bezocht Sorrento en Napels, prachtig gelegen aan de baai van Napels. Het bestijgen van de Vesuvius is wat te zwaar, die bezien we alleen maar uit de verte. En natuurlijk maken wij een boottochtje naar het door Eddie Christiani zo romantisch bezongen eiland Capri, dat inderdaad erg mooi moet zijn”, aldus Polhuis -  in een multomap vol uitgetypte aantekeningen over de reis die hij met zijn vrouw Wil wilde gaan maken in 1985. Van dag tot dag zijn alle dertig dagen van de reis beschreven – maar het lot liet er zich niet mee bezweren. Kort voor vertrek kreeg Wil een hersenberoerte. Zij stief in 1992, Polhuis een jaar eerder.

In De Reis combineert Hellemons de gedroomde reis van zijn schoonouders met beelden van de reis die zijn eigen gezin ondernam. Verschillende notities verdringen elkaar bij het lezen van de teksten en de beelden die hier samengaan. Schrijnend is de discrepantie tussen fictie en feiten. Het onvermogen de geschiedenis te keren. De werkelijkheid verschilt van het schema op papier en ook de reizigers vallen niet samen met het model. Hellemons vrijelijke stijl contrasteert met Polhuis obsessieve precisie. Onherroepelijk mondt de zoektocht in het voetspoor van anderen uit in een herbezinning op het eigen bestaan: op het gezin dat Peter en Hanneke zelf vormen met Flora. Hun dochter van zeven.  Zij hanteert tijdens de reis de camera, waardoor het perspectief 'omklapt' van het verleden naar de 'toekomst', en de pelgrimage trekken van een ontdekkingsreis krijgt.

Wilma Sütö